een der staten van de Bondsstaat Oostenrijk, 3967 km2 groot en met 288967 inw., waarvan de overgrote meerderheid Oostenrijkers, de overigen Kroaten, Hongaren en Tsjechoslowaken. Vroeger tot Hongarije behorend, heeft het, nadat het bij de vrede van Saint-Germain aan Oostenrijk kwam en daarin (in 1921) als bondsstaat werd opgenomen, weer de oude naam gekregen (naar de vier „burgen” Ödenburg, Wieselburg, Eisenburg en Pressburg). Nadat echter in Dec. 1921 een niet door Oostenrijk erkende volksstemming werd gehouden, werden Ödenburg, Wieselburg en Eisenburg weder aan Hongarije teruggegeven en kwam Pressburg (z Bratislawa) aan Tsjechoslowakije.
Het landschap ligt tegen het Neusiedlermeer (335 km2) aan en omvat ten dele het heuvelland van het Raabgebergte, de uitlopers van de Oost-Alpen (^ Alpen) met een hoogte van zelfs nog 1738 m (Wechsell); verder de omgevende hoogvlakten en bekkens, de geïsoleerde horst van de Geschriebenstein (883) en het tot 480 m hoge Leithagebergte. De nijverheid levert suiker, conserven, katoen en laken, juteweefsels en houtwaren. De mijnbouw levert bruinkolen (1/3 mill. ton per jaar; bij Neufeld en Zillingstal), enige steenkolen (bij Schleinig) en pyriet (bij Rechnitz). Minerale bronnen zijn er bij Sauerbrunn, Deutsch-Kreutz, Kobersdorf, Pötsching en Tatzmannsdorf.
Het bestuur bestaat uit een landdag en een „Landeshauptmann”. Hoofdstad is Eisenstadt.Lit.: E. Stephan, Burgenland (1920); D. Frey, DasB. (1929); A. Wehofsich, Zur Siedlungsgeogr. d.
B. (1930); G. T. Litschauer, Bibliogr. z. Gesch., Landes- und Volkskunde des B. (Archiv. f.
Bibl., Beiheft 8, 1930).