een gemeente in het Z.O. van Noordbrabant, beslaat een oppervlakte van 4017 ha en telt (1940) 5509 meest (99 pct) R.K. inw. (1946: 6074 inw.). De bodem bestaat uit plistoceen zand en afgegraven hoogveen.
Ca 51 pct van de bodem is cultuurgrond, waarvan ¾ bouwland en ¼ grasland. Naast landbouw is industrie (w.o. grote zinksmelterij) hoofdmiddel van bestaan. De gemeente omvat het dorp Budel (1930: 786 inw.) en enige buurten en gehuchten als Heikant (763 inw.) en Dorplein (695 inw.). Budel ligt aan de spoorweg van Gladbach naar Antwerpen.
De tegenwoordige gemeente was een vrij eigen goed der heren van Kranendonk, doch werd in 1421 bij de Meierij van ’s-Hertogenbosch ingelijfd.Budel bestond reeds in 779 en had door de voortdurende veten tussen Celdersen en Brabanders dikwijls een bloedige strijd te voeren tegen het naburige Weert. In 1504 werd de plaats door de Geldersen verbrand, in 1654 door de Spanjaarden en in 1672-1673 door de Fransen geplunderd.
