Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

BRETTON WOODS

betekenis & definitie

plaats in New Hampshire (V.S.) waar begin Juli 1944 een belangrijke geallieerde monetaire en financiële conferentie werd gehouden. Bij de overeenkomsten, gesloten op grond van de daar opgestelde ontwerpen, werden twee internationale instituten in het leven geroepen, het Internationale Monetaire Fonds en de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Op de constituerende vergadering te Savannah (Mrt 1946) kreeg de oprichting van beide instellingen haar beslag.

Zij werden gevestigd te Washington en vingen resp. in Sept. 1946 en Juni 1946 haar werkzaamheden aan.Leden zijn de staten, die op de Conferentie van Bretton Woods waren vertegenwoordigd en die vóór 31 Dec. 1945 het lidmaatschap hebben aanvaard; na die datum kunnen beide instellingen elk ander land als lid aannemen op door haar te stellen voorwaarden. Op 15 Apr. 1947 telde het Fonds 44, de Bank 43 leden. Leden van het Fonds moeten een bijdrage betalen gelijk aan het voor hen bij de overeenkomst vastgestelde quotum, dat de basis vormt voor de door het lid te genieten faciliteiten. Leden van de Bank zijn verplicht tot deelneming in het kapitaal tot een voorgeschreven minimum; hierdoor wordt uitsluitend de aansprakelijkheid voor de verplichtingen der Bank bepaald.

In verband hiermede is de verplichte deelneming in het kapitaal voor verschillende te Bretton Woods vertegenwoordigde landen lager gesteld dan hun quotum (Zuidamerikaanse staten, Griekenland, Egypte); hiertegenover aanvaardden de V.S., Canada en China hogere bijdragen.

Het totaal der aan de op de conferentie ver tegenwoordigde landen toegewezen quota bedraagt $ 8,8 milliard. Het totale bedrag der toegewezen aandelen beloopt $9,1 milliard, bij een vastgesteld maatschappelijk kapitaal van $ 10 milliard.

De storting van de quota heeft in Febr. 1947 haar beslag gekregen. Voor Nederland is ten laste van ’s Rijks schatkist door De Nederlandsche Bank N.V. overeenkomstig de desbetreffende voorschriften in het Fonds gestort 25 pct van $ 275 millioen of de tegenwaarde van $ 68 750 000 in goud en de resterende 75 pct van het quotum in guldens. Laatstgenoemde storting is voor f 73 millioen geëffectueerd door creditering van het Fonds in de boeken van De Nederlandsche Bank; voor de resterende ƒ 474 millioen zijn door de Staat ten behoeve van het Fonds renteloze, niet-overdraagbare notes afgegeven.

De storting van 2 pct der deelneming in het kapitaal van de Bank heeft op 24 Aug. 1946 door overdracht ten laste van ’s Rijks schatkist van goud ter waarde van $ 5,5 millioen aan de Bank plaats gevonden. Storting van 8 pct van de deelneming heeft zich op 25 Nov. 1946 door creditering van de tegenwaarde van $ 22 millioen in guldens in de boeken van De Nederlandsche Bank voltrokken. In de loop van het jaar 1947 moest nog 10 pct van de deelneming in guldens betaald worden. De resterende 80 pct zullen eerst worden gestort indien en naarmate de Bank daartoe oproept ter voldoening aan haar verplichtingen, voortvloeiende uit het verlenen van garanties en het uitlenen van van derden opgenomen gelden.

Beide instellingen worden bestuurd door een Board of Governors, bestaande uit een door ieder lid te benoemen Governor met een plaatsvervanger en door een Board of Executive Directors, bestaande uit 12 leden, waarvan de 5 grootste deelnemers er ieder één benoemen en de overige leden de resterende 7 kiezen. De dagelijkse leiding van het Fonds berust bij een General Manager, die van de Bank bij een President. Op de constituerende vergadering verkreeg Nederland de steun van Zuid-Afrika, deze combinatie vertegenwoordigde een voldoende aantal stemmen om zowel in het Fonds als in de Bank een Executive Director te kiezen.

Het Internationale Fonds heeft ten doel het bevorderen van koersstabiliteit en het handhaven van ordelijke valutaverhoudingen, waarbij — zoals hierna nog zal blijken — koerswijzigingen, mits deze ordelijk, d.w.z. in overeenstemming met de bepalingen van het Fonds, worden toegepast, nog mogelijk zijn, terwijl vrijheid van het betalingsverkeer zal worden nagestreefd door het opheffen van deviezenrestricties voor wat betreft lopende transacties.

Ten einde de verwerkelijking van dit doel te bevorderen opent het Fonds voor de deelnemende landen faciliteiten voor het verkrijgen van vreemde valuta in ruil voor hun eigen valuta, waardoor deze landen voor zoveel mogelijk de gelegenheid wordt gegeven verstoringen van het evenwicht hunner betalingsbalansen te herstellen, zonder dat zij hun toevlucht behoeven te nemen tot maatregelen, die schadelijk zijn voor andere landen.

Bedoelde faciliteiten zijn gebonden aan de volgende voorwaarden:

a. de aan te kopen valuta moet op korte termijn nodig zijn voor lopende betalingen (in tegenstelling tot transacties betreffende het kapitaalverkeer);
b. de aankopen zijn beperkt tot maximaal 25 pct van het quotum per jaar; met aankopen kan worden voortgegaan totdat het saldo van het Fonds in de valuta van het desbetreffende land 200 pct van zijn quotum bedraagt (Nederland kan derhalve over een periode van 5 jaar 125/100 x $ 275 millioen = $ 343,75 millioen in valuta van het Fonds kopen, immers de beginstand is, dat 75 pct van het quotum in guldens bij het Fonds berust);
c. de aan te kopen valuta mag niet „schaars” zijn verklaard — wat geschiedt wanneer aan het Fonds duidelijk wordt, dat zijn voorraad aan een bepaalde valuta uitgeput dreigt te geraken — (in dit geval is het Fonds bevoegd die valuta te rantsoeneren, terwijl voorts de leden gerechtigd zijn het betalingsverkeer in deze valuta aan restricties te onderwerpen). Het Fonds is voorts bevoegd de schaarse valuta te lenen en het betrokken lid te verplichten zijn valuta tegen goud aan het Fonds af te staan;
d. leden van wier valuta het Fonds meer bezit dan 100 pct van hun quotum moeten een rente betalen, die volgens een bepaalde schaal hoger is, naarmate de betrokken saldi verder en gedurende langere tijd boven het quotum uitkomen.

Omgekeerd zijn de leden verplicht om, wanneer hun monetaire reserves haar quotum overtreffen, in beginsel de helft van de saldi, die het Fonds in hun valuta onderhoudt, terug te kopen tegen goud of vrije deviezen, zulks om de positie van het Fonds zoveel mogelijk te versterken en om te beletten, dat de leden hun monetaire reserves versterken ten koste van het Fonds.

Met betrekking tot de handhaving van de parivoorwaarden der valuta’s is te vermelden, dat deze pariwaarden in Dec. 1946 zijn vastgesteld op de grondslag van de wisselkoersen, geldende 60 dagen vóór het van kracht worden van de overeenkomst. Voor wat betreft het vaststellen van de pariwaarde van de Nederlands-Indische gulden heeft Nederland met het oog op de onzekere toestanden daar te lande uitstel verzocht en verkregen, terwijl het Fonds er tevens van in kennis werd gesteld, dat Nederland van de speciale voorzieningen ten aanzien van de overgangstijd (met betrekking tot het uitstel van de vermindering der deviezenrestricties) gebruik wenste te maken. Alle transacties met het Fonds worden op basis van deze pariwaarden uitgevoerd; voor hun goud- en wisseltransacties in eigen land zijn de leden verplicht slechts door het Fonds gesanctionneerde afwijkingen toe te staan.



Wijzigingen van de eenmaal vastgestelde pariwaarden
zijn, afgezien van de overgangsmaatregelen, geldend voor gebieden, die bezet zijn geweest, slechts mogelijk op voorstel van het betrokken lid, indien zij noodzakelijk zijn om een fundamentele evenwichtsverstoring te corrigeren en na overleg met het Fonds. Tegen wijzigingen, die niet meer dan 10 pct van de oorspronkelijk vastgestelde pariwaarden afwijken, mag het Fonds geen bezwaar maken, tegen grotere afwijkingen kan het Fonds bezwaar maken, wat ten gevolge heeft, dat het lid geen gebruik meer mag maken van de faciliteiten van het Fonds en eventueel geroyeerd kan worden.

Met betrekking tot de verplichtingen der leden ten aanzien van de vrijheid van het internationale betalingsverkeer is in het algemeen bepaald, dat de beperkingen in dit verkeer in beginsel dienen te worden opgeheven. Hierbij zijn evenwel belangrijke uitzonderingen toegestaan. In de eerste plaats mogen de leden, die daartoe tijdig de wens te kennen hebben gegeven, hun deviezenrestricties maximaal vijf jaar handhaven. Ook na de overgangsperiode zijn restricties ten aanzien van het internationale kapitaalverkeer uitdrukkelijk toegestaan; dit impliceert echter, dat ook het lopende betalingsverkeer wel aan een controle (ter onderscheiding van een restrictiestelsel) mag worden onderworpen, daar men zonder een dergelijke controle van tevoren niet kan weten of de vraag naar deviezen voortvloeit uit lopende dan wel uit kapitaaltransacties Reeds vermeld is. ten slotte, dat de transacties in een door het Fonds „schaars” verklaarde valuta aan restricties mogen worden onderworpen.

Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling

Mag van de faciliteiten van het Fonds uitsluitend gebruik worden gemaakt voor de overbrugging van lopende tekorten op de betalingsbalans, het was bij de bespreking te Bretton Woods duidelijk gebleken, dat in het bijzonder na de oorlog moest worden gerekend met een langdurige periode, gedurende welke door vele landen een zeer grote vraag naar buitenlands kapitaal zou worden uitgeoefend. Men voorzag, dat deze kapitaalvraag, mede in verband met de grote risico’s, verbonden aan internationale kapitaalverstrekking, slechts zeer ten dele langs de gebruikelijke kanalen zou kunnen worden bevredigd. Met het oog hierop werd, als complement van het Fonds, besloten tot het oprichten van de Bank, die tot doel heeft internationale investeringen voor productieve doeleinden te vergemakkelijken, hetzij door het deelnemen in particuliere kapitaalverstrekkingen en door het geven van garanties, hetzij — indien en voor zover de internationale kapitaalmarkt in gebreke blijft — door zelf kapitaal te verstrekken op passende voorwaarden uit eigen dan wel uit vreemde middelen.

Het totaal der uitstaande leningen en garanties mag nimmer groter zijn dan kapitaal en reserves der Bank. Zij mag slechts leningen verstrekken of garanderen onder de volgende voorwaarden:

a. de lening moet worden opgenomen door een lid dan wel door een lid of zijn centrale bank zijn gegarandeerd;
b. de Bank moet de overtuiging hebben, dat de debiteur zonder steun van de Bank niet in staat zou zijn om de lening te verkrijgen op voorwaarden, die naar het oordeel van de Bank redelijk zijn;
c. een door de Bank benoemde commissie van deskundigen moet het project, na zorgvuldig onderzoek, aanbevelen;
d. de Bank moet van mening zijn, dat de leningsvoorwaarden redelijk en de kansen, dat de verplichtingen onder de lening zullen worden nagekomen, gunstig zijn;
e. de lening moet bestemd zijn voor wederopbouw of economische ontwikkeling;
f. leningen uit het gestorte kapitaal kunnen slechts worden verstrekt met goedkeuring van het lid, wiens valuta wordt geleend;
g. voor het opnemen van gelden, ten einde daaruit leningen te verstrekken, is toestemming nodig van het lid op wiens markt en van het lid in wiens valuta de gelden worden opgenomen;
h. voor het overige worden de leningsvoorwaarden door de Bank bepaald, met dien verstande, dat de provisie voor de Bank bij het verstrekken van leningen uit gelden van derden voor de eerste 10 jaar ten minste 1 pct en ten hoogste 1½ pct per jaar dient te bedragen.

DR F. H. REPELIUS

Lit.: G. K. C. van Tienhoven, De voorstellen van Bretton Woods (1946); F. A.

G. Keesing, Bretton Woods (1947); R. G. Hawtrey, Bretton Woods, for better or worse (London 1947).

< >