Duits geleerde en dichter (Straatsburg 1457 - 10 Mei 1521), studeerde sedert 1475 te Bazel in de humaniora en rechtswetenschappen, verwierf er zijn academische graad en gaf sedert 1489 aldaar onderwijs in de rechtsgeleerdheid. In 1501 verkreeg hij de betrekking van syndicus te Straatsburg en werd er in 1503 stadssecretaris.
Hij was een der ijverigste en meest invloedrijke schrijvers van zijn tijd. Onder zijn talrijke vertalingen en uitgaven moet een bewerking van de Freidank (1508) genoemd worden. Van zijn eigen werken is het meest bekende en invloedrijkste het didactisch-satirische gedicht Das Narrenschiff (Bazel 1494), dat op allegorische wijze een lange reeks satiren op de gebreken en vooroordelen der verschillende standen van zijn tijd bevat. Dit werk, van prachtige houtsneden voorzien, is herhaaldelijk gedrukt, omgewerkt, nagevolgd en vergroot. Het is vooral cultuurhistorisch van betekenis en heeft een belangrijke invloed op Brant’s tijdgenoten uitgeoefend. Het werd in het Nederduits omgewerkt en in het Latijn, Nederlands, Frans en Engels vertaald.
Geiler von Kaisersberg hield verscheiden preken naar aanleiding van dit gedicht. De beste uitgave is die van Friedrich Zarncke (Leipzig 1854). Populaire uitgaven leverden Goedeke (Leipzig 1872) en Bobertag (in Kürschner’s Deutsche Nationalliteratur, 10 dln). Een omwerking in modern Duits beproefde Simrock; een populaire vertaling vindt men in Reclam nr 899-900.Lit.: F. Zarncke, Zur Vorgesch. des Narrenschiffs (1868-1871); M. Wolters, Beziehungen zwischen Holzschnitt und Text bei B. und Murner (1917).