eigenl. Joaquim Fernandes Theófilo, Portugees geleerde, dichter en schrijver (Ponta Delgada, Azoren, 24 Febr. 1843 - Lissabon 24 Jan. 1924), publiceerde toen hij nauwelijks 16 jaar was zijn dichtbundel Fôlhas Verdes, waardoor hij dadelijk de aandacht op zich vestigde. In 1861 ging hij naar Portugal, waar hij te Coimbra rechten ging studeren.
Na zijn promotie ( 1868) wijdde hij zich te Porto aan de journalistiek, waarna hij tot hoogleraar in de letteren werd benoemd, hetgeen hij meer dan 40 jaren bleef. In 1853 publiceerde hij zijn gedicht: Stela matutina, dat door eerste kunstenaars van die dagen werd voorgedragen. Zijn grote naam als dichter verkreeg hij in 1864 met zijn Visão dos tempos, dat als zijn belangrijkste gedicht wordt beschouwd. Tot dit werk gevoelde hij zich geïnspireerd door Victor Hugo’s Légende des siècles, evenals dit het geval was met andere gedichten uit die tijd, zoals Tempestades sonóras, Poesia do direito, Ondina do lago, Torrentes en Miragens seculares, die beschouwd kunnen worden als een eerste faze in de evolutie van de schrijver. Zijn onderzoekende geest leidde hem er toe, zich ook bezig te houden met de oorsprong der taal en zijn studiën op dit gebied hebben leven en schoonheid gegeven aan de Portugese folklore. Zij begonnen in 1867 met de História da poesia popular portuguesa, dat werd gevolgd door O Cancioneiro popular, O Romanceiro geral en Cantos populares do arquipélago açoreano en eindigden in 1869 met Floresta de vàrios romances. Van 1859-1874 publiceert hij o.a. História da poesia moderna em Portugal, verschillende delen van zijn grote História de literatura portuguesa, História do teatro português desde os séculos XVI-XIX, een studie over Gil Vicente en Origens do teatro português. Na 1877 trad zijn activiteit in een nieuwe faze.
Hij wijdde zich nu aan de filosofie en uit deze periode stammen: Traços gerais de filosofia positiva (1877), História universal (1879), O sistema de sociologia (1884), enz. Daarna heeft hij nagegaan, welke invloed de Portugese beschaving op de Europese cultuur heeft uitgeoefend, vanwaar zijn grote werk: História da Universidade de Coimbra en Alma portuguesa, dat hij noemde „rhapsodieën van het grote heldendicht ener kleine natie”. In de laatste 20 jaren van zijn leven heeft hij zich bijna uitsluitend gewijd aan de verbetering en herziening van zijn talrijke werken, die hij in enkele delen bijeenbracht: Idade-Média, Renascença, Os Seiscentistas en Os Arcades. Ook heeft hij vele werken gewijd aan Camões.Als republikein in de politiek, als nationalist in de historie en positivist in de filosofie, is Theophilo Braga een der grootste, zo niet de grootste figuur in de Portugese letteren. Toen in 1908 zijn 50-jarige letterkundige loopbaan werd gevierd, werd een herinneringsboek uitgegeven, getiteld: Qüinquagenário, 1858-1908, Cincoenta anos de actividade mental, en toen in 1934 het eerste decennium van zijn dood werd herdacht, kwam bij de Nationale Drukkerij te Lissabon een In Memoriam uit, 518 blz. groot, dat een duidelijk beeld geeft van de figuur en het werk van Braga.
JOHAN VOETELINK G.A. JZN
Lit.: Olga de Morais Sarmento, T. Br., notas e comentários
(1925).