Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bracteaten

betekenis & definitie

was de sedert de 17de eeuw gebruikelijke naam voor de zéér dunne, eenzijdige zilveren munten, die in een groot deel van het Duitse Rijk in de middeleeuwen in zwang waren. Toen tijdens de in de 12de eeuw in het Rijk woedende burgeroorlogen de munten steeds lichter werden, ging men in midden-Duitsland er toe over slechts aan één zijde een stempel aan te brengen, aangezien de stempel van de keerzijde door het doordrukken van die van de voorzijde toch niet te onderscheiden was (dit dooreenlopen van de stempels is te zien op de stukken uit de overgangstijd, de zgn. half-bracteaten).

Langzamerhand werd de dunne, brede, eenzijdige vorm, die zich uitstekend leende voor het aanbrengen van een fraaie, grote voorstelling in hoog reliëf, om zijns zelfs wil gezocht. De in de tijd van de Hohenstaufen in midden-Duitsland, in de eerste plaats te Goslar, Halberstadt en Maagdenburg, geslagen bracteaten behoren tot de schoonste voortbrengselen van de muntkunst en van de Romaanse kleinkunst in het algemeen. Van ca 1125-1250 werd in Neder Saksen en Thuringen en enige daarbij aansluitende oostelijke gebieden, en in Zuid-Duitsland en Noord-Zwitserland vrijwel uitsluitend de bracteaat-vorm gebezigd, terwijl in de overige delen van het Rijk, evenals vroeger, kleine tweezijdige munten vervaardigd werden. Het verschil heeft uitsluitend betrekking op de vorm, in waarde wordt geen onderscheid gemaakt tussen één- en tweezijdige munten: beide gaan terug op de Karolingische denarius en beide werden in de tijd als „penning” aangeduid, de bracteaten slechts een enkele maal onderscheiden als „holle penningen”. In de 13de eeuw werden de bracteaten minder, zowel van innerlijke waarde als van uiterlijke schoonheid; met de invoering van de grotere munten, de „Groschen” in het begin van de 14de eeuw kwam aan de vervaardiging een einde. Slechts voor zeer kleine muntjes bleef in sommige delen van het Rijk de eenzijdige vorm nog lang in gebruik, zodat ook voor deze stukjes wel eens — ten onrechte — de naam bracteaat gebruikt wordt.Behalve voor deze middeleeuwse munten is de naam bracteaat ook gebruikelijk voor in Scandinavië in de 5de en 6de eeuw vervaardigde medaillevormige sieraden: dunne gouden, minder vaak koperen of zilveren, plaatjes, aan één zijde bestempeld en voorzien van rand en oog. De voorstellingen werden aanvankelijk ontleend aan laat-Romeinse medaillons, later wordt gewoonlijk een man op een dier, dikwijls sterk vereenvoudigd, afgebeeld. De symbolen en runen-inscripties wijzen er op, dat deze bracteaten wellicht vnl. als amulet bedoeld waren.

DR H. A. ENNO VAN GELDER

Lit.: A. Suhle, Münzbilder der Hohenstaufenzeit (Leipzig 1938), met afb.

< >