was het bekendste lid van het Gentse geslacht van die naam. Sedert 1294 in een familievete met een andere groep der plaatselijke aristocratie gewikkeld, koos hij in 1296 openlijk partij tegen de heersende oligarchie van de zgn.
XXXIX, die hem trouwens vroeger reeds wegens manslag tot verbanning veroordeeld hadden. Terwijl de meeste Vlaamse steden in 1302 tegen Philips de Schone opstonden, bleef Gent onder de druk van de Leliaarts aan ’s konings zijde. Borluut echter kwam met een 700 man uit de volksklasse het leger der Vlamingen in de Guldensporenslag versterken. Nog enkele jaren duurde deze vete voort, totdat Borluut ten slotte zelf vermoord werd. Een scheidsgerecht van de graaf en van de Gentse schepenen maakte in 1306 een eind aan de vete.