Nederlands oudheidkundige en genealoog (Utrecht 20 Oct. 1605 - 13 Juli 1678), studeerde te Leiden en Caen, waar hij in 1628 tot med. dr promoveerde. Hij vestigde zich als medicus te Utrecht en bekleedde aldaar velerlei bestuursfuncties: schepen, raad in de vroedschap, burgemeester (1656 en 1657), thesaurier, raadsheer in het Hof, lid der Staten, bibliothecaris der Universiteitsbibliotheek (1640-1678), waarvan hij de eerste catalogus het licht deed zien.
Hij had grote bekendheid als genealoog.MR J. W. C. VAN CAMPEN
Bibl.: Beschrijvinge der stad Utrecht (z. pl. of j., waarsch. Utrecht 1651, herhaald, herdr.); Vertoogh van ’t recht, dat de magistraet der stadt Utrecht is hebbende om haere ondersaten, geestelijke goederen besittende, te belasten mette betalinghe van ’t onderhoudt der predikanten en scholen (anon. uitgeg. Middelburg 1635); medische en genealogische hss. in Univ. Bibl., rijks- en gemeente-archieven te Utrecht.
Lit.: Familiepapieren van het geslacht Booth, in de bibl. van het gemeente-archief te Utrecht; J. F. van Someren, De Utrechtsche Universiteitsbibliotheek (Utrecht 1926 vlg.).