Nederlands geneesheer (Alkmaar 1647 - Berlijn 13 Febr. 1687), is hoogleraar geweest te Franeker en hofarts te Berlijn; hij stond bekend als de „theedokter”, daar hij zijn patiënten zeer grote hoeveelheden thee voorschreef, die hij als een universeel geneesmiddel beschouwde (50 à 60 koppen thee per dag). Boze tongen beweerden, dat een groep Hollandse theekooplieden hem hiervoor betaalde.
Bibl.: Tractaat over het excellente Kruyd Thee (’s-Gravenhagc 1672); Reden over de koortsen, etc. (’s-Gravenhage 1682); Grundsätze der Medicin, etc. (Frankfort en Leipzig 1691); Fundaments Medicasive de alcali et acidi effectibus per modum fermentationis et effervescentiae (Amsterdam 1688); Alle de werken (Amsterdam 1689, 2 dln).