(1) was een Egyptische stad in het N.W. van de Delta, die vóór de vereniging der twee delen van Egypte door de eerste koning der eerste dynastie blijkbaar de hoofdstad van het Beneden-Egyptische rijk is geweest. De oudEgyptische naam der uit twee delen bestaande stad was Pe en Dep, de latere naam Boeto betekent ,,huis van de godin Oeto”.
Evenals bij Boebastis* is dan de naam der stad op de godin overgegaan.(2) (= Oeto, Egyptisch Wadzjet, de naam betekent: de groene, papyruskleurige), was de schutsgodin der hoofdstad van Beneden-Egypte en is steeds de beschermgodin van Beneden-Egypte gebleven, die, naast de godin van Boven-Egypte, ook in het verenigde rijk te allen tijde een belangrijke rol is blijven spelen. Zij wordt voorgesteld als Uraeusslang*, die dikwijls de kroon van BenedenEgypte draagt. Beschermend zweeft zij boven de koning of verheft zich aan diens voorhoofd dreigend tegen de vijanden. De Grieken vereenzelvigden haar wel met Leto: zij zou Horus* opgevoed hebben, zoals deze Apollo.