is een klein bestuurbaar luchtschip, met een geraamte dat het aanzien heeft van de baleinen van een paraplu als enige inwendige verstijving in de neus van het omhulsel. Een op spanning gehouden luchtzak doet het luchtschip bij inkrimpen van het gas zijn vorm behouden.
De blimp werd in Engeland ontwikkeld in het begin van Wereldoorlog I ter bestrijding van duikboten; zijn naam is ontstaan door het samentrekken van de klasse-aanduiding B-limp, hetgeen betekent slap (limp) luchtschip van het B-type. Ofschoon het luchtschip bij het uitbreken van Wereldoorlog II, vanwege zijn grote kwetsbaarheid, voor militaire toepassing reeds volledig had afgedaan, werd 15 Juni 1940 door de Amerikaanse Marine besloten, aan de strijd tegen de in de Amerikaanse wateren opererende Duitse duikboten ook door blimps te laten deelnemen. Er werden er 48 op stapel gezet; later werd dit bouwprogramma uitgebreid. Blimpbases werden opgericht langs de Amerikaanse en Braziliaanse kust, later ook op de Azoren en in het Middellandse-Zeegebied.Gebouwd werden 168 blimps, alle met heliumvulling, waarvan 134 van het type K (11.900 m3, lengte 76,2 m, 8 man bemanning) en 4 van het type M (20.300 m3, lengte 93,8 m, 10 man bemanning). Voorts werden gebouwd voor opleiding 22 luchtschepen van het type L (3500 m3) en 8 luchtschepen van het type G (5600 m3). Door blimps werden uitgevoerd 55.900 operationele vaarten, terwijl het aantal vaaruren 550.000 bedroeg. Geëscorteerd werden op de Atlantische Oceaan 77.500 en op de Stille Oceaan 11.500 schepen. Van dit totaal van 89.000 door blimps beschermde schepen ging er niet één verloren. Buiten het beschermen van convooien en het jagen op duikboten werd de blimp gebruikt voor kustverkenning, het zoeken naar slachtoffers van getorpedeerde schepen, het opsporen van oefentorpedo’s, hulp bieden bij het mijnenvegen en het redden der bemanningen van vliegtuigen, die in onherbergzame gebieden een noodlanding moesten maken.
HENRI HEGENER
Lit.: Airship Operation World War II (Lakehurst N.J. 1946).