Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bigae

betekenis & definitie

(Latijn), oorspronkelijk twee trekdieren onder één juk, tweespan, in het latere Latijn ook biga, duidt de tweewielige wagen aan, die werd gebruikt voor wedrennen in de circus, agonen, en bij feestelijke optochten. De wagen was laag, ten einde het omvallen in de bochten te voorkomen, zeer licht en meestal van veerkrachtig essenhout gebouwd.

De wagenbak was op de as bevestigd, zo ver naar voren dat het zwaartepunt voor de as lag, en voorzien van een gevlochten rand, die tot even boven de knieën van de wagenmenner (auriga) reikte. Deze laatste stond op het voorste deel van de wagenbak met enigszins gebogen knieën en naar buiten gerichte voeten, om door het verplaatsen van zijn zwaartepunt het evenwicht te kunnen bewaren. De paarden waren zeer dicht bij de wagenbak aangespannen om het nemen van bochten te vergemakkelijken. Bij optochten werden rijk versierde bigae gebruikt, zwaarder van bouw en met hogere raderen. De strijdwagens van de helden bij Homerus komen met de latere bigae overeen. Worden voor zulk een wagen vier paarden in plaats van twee gespannen, dan spreekt men van quadriga.Lit.: Art. Bigae in Pauly-Wissowa, Real-Enzykl. der klass. Altertumswiss., III, 465 vlgg.; Afb. bij Rich, Dictionary of greek and roman antiq., blz. 85.

< >