een gemeente in Zeeuwsch-Vlaanderen, aan de Wester-Schelde en de Braakman, heeft een oppervlakte van 4207 ha en telt (1947) 2118 inw., waarvan (1930) 57 pct Prot. en 42 pct R.K. (1940: 2197 inw.). De bodem bestaat uit klei en is voor 4/5 bouwland; landbouw is het hoofdbedrijf.
In de grafelijke tijd was Biervliet een eiland, dat in 1282 door bedijking met de vaste wal verbonden werd. Talrijke stormvloeden tussen de jaren 1377 en 1477 sloegen er telkens stukken af, tot er ten slotte weinig meer dan de stad Biervliet overbleef. Later werden weder vele polders bedijkt, zo o.a. in de 16de eeuw de Geertruidapolder en de Kleine-Zoutpolder, in 1618 de Oranjepolder, in 1639 de Amaliapolder en de Groote-Zoutpolder, in 1666 de Annapolder en de Mariapolder, in 1691 de Helenapolder, in 1699 de St Pieterspolder, in 1775 de Wilhelminapolder, in 1780 de Magdalenapolder, in 1811 de Beukelspolder, in 1845 de Thomaspolder en de Paulinapolder en in 1865 de Elisabethpolder. Van de Nieuwe-Passegeulepolder behoren 33 ha en van de in 1847 bedijkte Angelinapolder 36 ha tot de gemeente Biervliet. Na deze inpolderingen werd het van een plaats aan het water een landgemeente. Buiten de kom omvat Biervliet de buurten Driewegen, Nieuwlandse Molen en Kapitale-Dam.Het oude stadje van die naam ontving reeds in 1183 van Philips van de Elzas, graaf van Vlaanderen, vrijdom van tollen door geheel Vlaanderen en in 1288 van gravin Margaretha keuren. Dientengevolge, alsmede door de haringvisserij, welke na de uitvinding van het haringkaken aanmerkelijk werd uitgebreid, nam de stad in bloei toe. De bewoners van Biervliet namen deel aan de verovering van Constantinopel in 1204. In 1338 moesten zij zich overgeven aan Van Artevelde en in 1572 werd de stad door de Vlissingers veroverd. De wallen zijn na 1739 geslecht. In de Ned. Herv. kerk is Willem Beukels op een der glasramen vereeuwigd.
In Wereldoorlog II speelde Biervliet in Sept. 1944 een rol. Nabij de Belgische grens van West Zeeuwsch-Vlaanderen hadden de Duitsers de inundaties van de Passegeule-linie gesteld, waartegen de Canadezen in Sept. 1944 met hun aanval over het Leopold-kanaal om de Schelde — en daarmee de toegang tot de haven van Antwerpen — te openen, vastliepen. Om de weerstand in het Duitse bruggenhoofd West Zeeuwsch-Vlaanderen te breken, voerden de Canadezen bij verrassing een landing van Terneuzen uit op de westoever van de Braakman in de rug van de Duitsers uit en bevrijdden na hevige poldergevechten op 14 Oct. 1944 het dorp Biervliet. Het oude raadhuisje bleef in deze oorlog gespaard. Hierna werd opgerukt naar IJzendijke. In samenwerking met een andere colonne, die over Hoofdplaat voorwaarts ging tegen Breskens, werd door de Canadezen het gehele gebied van West Zeeuwsch-Vlaanderen bevrijd en het Duitse bruggenhoofd ten Z. van de Schelde-mond opgeruimd.