Duits schrijver (Grünberg, Neder-Silezië, 28 Juni 1865 - Dresden 1 Febr. 1910), werd in 1890 te München een der grondvesters van de zgn. moderne richting in de literatuur. Hij interesseerde zich in het bijzonder ook voor de schilderkunst.
In 1892 nam Bierbaum te Berlijn de redactie op zich van de Freie Bühne, die hij de naam Neue deutsche Rundschau gaf, hij stichtte daarna met Julius Meier-Graefe het kunsttijdschr. Pan, dat hij tot 1895 leidde. In 1899 behoorde hij tot de oprichters van het bibliophiele tijdschrift Die Insel, dat in 1901 leidde tot de oprichting van de Inselverlag te Leipzig, die een vernieuwing bracht in de kunst van het boek. De door hem in 1891, 1893 en 1894 uitgegeven Moderne Musenalmanach (München) geeft een hoogst karakteristiek beeld van de lyriek van die dagen. Bierbaum heeft zich ook zelf als lyrisch dichter doen kennen; zijn liederen zijn melodieus en speels van inhoud. Van zijn romans werd het meest bekend Prinz Kuckuck.Bibl.: Gedichten: Erlebte Gedichte (Berlin 1892); Nemt, Frouwe, disen Kranz (1892); vooral Irrgarten der Liebe (1901). Lyrische toneelspelen: Lobetanz (1895); Gugeline (1899); Pan im Busch (1900). Romans: Die Freiersfahrten und Freiersmeinungen des weiberfeindlichen Herrn Pankrazius Graunzer (1896); Stilpe (1897); Das schöne Mädchen von Pao (1899); Prinz Kuckuck (1906). Novellen: Studentenbeichten.; Die Schlangendame enz. De reisbeschrijving: Eine empfindsame Reise im Automobil von Berlin nach Sorrent und zurück an den Rhein (Berlin 1903). Zijn „Gesammelte Werke” verschenen in 1912 in 10 dln.
Lit.: F. Droop, O. J. B., ein deutscher Lyriker (1912).