Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bertrand barère de vieuzac

betekenis & definitie

Frans staatsman (Tarbes io Sept. 1755 - 13 Jan. 1841), tot 1789 advocaat te Toulouse, werd in dat jaar als afgevaardigde van de derde stand in de Nationale Vergadering en in 1792 tot lid van de Nationale Conventie gekozen. In de laatste vergadering behoorde hij aanvankelijk tot de Girondijnen, maar ging later over tot de Bergpartij en oefende grote invloed uit door zijn soepelheid, maar ook door de realistische kijk, die hij op de gang van zaken had.

Tijdens het proces van Lodewijk XVI was hij voorzitter. De strijd tussen Gironde en Montagne trachtte hij te verzachten, doch toen dat niet bleek te gaan, werkte hij mee aan de journée van 2 Juni 1793. Als lid van het grote Comité de Salut Public trad hij gewoonlijk als woordvoerder daarvan in de Conventie op en kreeg er door zijn bloemrijke redevoeringen de bijnaam van „de Anacreon der guillotine”. Toen er meer verzet tegen de dictatuur rees en de eenheid in het Revolutionnaire Gouvernement te loor ging, trachtte hij zo lang mogelijk de tegenstellingen te verzoenen en Robespierre te steunen, doch toen dat onmogelijk was, ging hij weer overstag. Hij was het, die het arrestatiedecreet tegen Robespierre en zijn vrienden op IX Thermidor 1794 in de Conventie redigeerde. Na de hongeroproeren van voorjaar 1795 (Germinal III) werd hij met „de staart van Robespierre” — Billaud Varennes, Collot d’Herbois e.a. — gevangen genomen en tot deportatie veroordeeld; hij wist zich echter schuil te houden.

Bonaparte’s aandacht had hij getrokken door zijn knap geschrift La liberté des mers ou le gouvernement anglais dévoilé (1798). Van 1803-1807 werd hij door Napoleon als geheim agent gebruikt. Tijdens de Restauratie was hij verbannen als koningsmoordenaar en woonde hij te Brussel. Van 1834-1840 was hij lid van de departementale raad van Hautes Pyrénées. Zijn Mémoires — zeer onbetrouwbaar — zijn uitgegeven door Carnot (4 dln, 1842-1844); Macaulay wijdde hieraan een zijner opmerkelijkste essays.Lit.: R. Launay, Barère de Vieuzac (Paris 1929).

< >