Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bellamy-beweging

betekenis & definitie

De gedachten door Edward Bellamy neergelegd in zijn werken hebben weerklank gevonden en geleid tot de stichting van verenigingen, welke streven naar een verwezenlijking van Bellamy’s denkbeelden in de practijk. Ook in Nederland bestaat zulk een vereniging, die in woord en geschrift propaganda voor deze denkbeelden maakt.

Deze bewegingen keren zich tegen het particuliere concurrentie- en winstsysteem en baseren zich daarbij op een twaalftal grondslagen voor een nieuwe maatschappelijke orde, welke welvaart voor allen zouden moeten brengen en welke in hoofdzaak economisch zijn en neerkomen op het brengen van de productiemiddelen en de grond in handen van de gemeenschap, de plicht tot en het recht op arbeid van het individu, een gelijk aandeel van alle individuen in de gemeenschappelijke arbeidsresultaten, ongeacht de graad van begaafdheid en lichaamskracht; het loon zou niet bepaald moeten worden door de moeilijkheid van de arbeid, maar als gelijk aandeel in de gemeenschappelijke welvaart, terwijl de moeilijkheid en onaangenaamheid van de arbeid zouden moeten leiden tot een omgekeerd evenredige arbeidsduur. Maatstaf voor de productie blijft de vraag. Gepoogd wordt de gevolgen van de op de voorgrond geplaatste persoonlijke vrijheid te verenigen met arbeidsplicht en geleide productie. De staatsrechtelijke leer gaat uit van een simplificatie der verhoudingen. De gehele structuur van de staatsrechtelijke en economische organisatie herinnert sterk aan de communistische maatschappijleer, waarbij de productie in haar geheel door de Overheid wordt georganiseerd en geleid; dit is begrijpelijk, omdat dezelfde grondgedachten bij beide ideeënrichtingen vooropstaan. Merkwaardig is, dat ook hier, terwijl basis van het stelsel is de gelijke consumptiegerechtigdheid, in wezen de ongelijkheid ontstaat zodra bijv. letterkundige prestaties moeten worden beloond.Hoe ver de werkelijkheid nog van de gedachtenwereld van de volgelingen van Bellamy is verwijderd moge blijken uit het feit, dat dezen het bestaan van onafhankelijke staten aannemen, maar daarbij in principe uitgaan van de algehele ontwapening en dus de mogelijkheid van oorlog verwerpen. Aangezien de hier gelanceerde ideeën in hun wezen niet nieuw zijn, moge voor de beoordeling naar elders worden verwezen (z communisme, geleide economie enz.).

DR J. F. HACCOÜ

Lit.: Edw. Bellamy, In het jaar 2000; Idem, Gelijkheid voor allen, en de geschriften van de Int. Vereniging Bellamy, uitg. door de Stichting Centrale Administratie Bellamy te Haarlem.

< >