is de eerste meststof, welke in de fabriek is bereid. Ofschoon de Chinezen reeds enige eeuwen met beendermeel mestten ishetpas in 1775 in Engeland voor de landbouw aanbevolen.
Toen werden vele beendermolens opgericht. Echter kampte men met moeilijkheden bij het fijnmaken, tot men in 1848 de beenderen in autoclaven met water, dus onder druk behandelde. Na deze behandeling lieten de beenderen zich beter fijn maken. De beenderen (van runderen, ook wel van andere dieren) bevatten 50 pet anorganische stof, welke vnl. uit calciumfosfaat Cas(P01), bestaat. Daarnaast bevatten de beenderen 18 pet stikstofhoudende organische stoffen (glutin of lijmstof), ongeveer io pet vet, waardoor men begonnen is ook deze stoffen te winnen. Hieruit is de lijmen gelatinefabriek gegroeid. De gelatinefabriek heeft om practische redenen het bereiden van beendermeel geheel aan zich getrokken.Het beste materiaal zijn de beenderen uit het slachthuis, dan volgen de beenderen uit de keuken (deze zijn afgekookt), minderwaardig zijn de beenderen uit de grond als ook de gestoomde beenderen uit worstfabrieken. Belangrijk zijn de La Plata- en Levantebeenderen, beter nog is het Indische beenderschroot dat nog 2 pet vet bevat. Dit is in de zon gedroogd, waardoor deze beenderen niet hebben geleden van de warmte. Deze zijn geschikt voor de bereiding van gelatine. Het ontlijmde beendermeel wordt in een kogelmolen vermalen op een gehalte van */*~i pet stikstof en 30-32 pet fosforzuur, met een watergehalte van 10-14 pet. Een verder gedroogd product met 1 pet stikstof en 34 pet fosforzuur is een betere kwaliteit.
Het zijn gewilde kunstmeststoffen. Uit beenderen met een hoger gehalte aan stikstof maakt men mengsels tot een 5 pet stikstof en 20 pet P,Os. Ook maakt men beendermeel voor voedingsdoeleinden ; dan laat men het vet in de beenderen.
Beenderen, die gereinigd worden in een polijstof schuurtrommel, waarin zij bevrijd worden van vlees-, spierweefsel-, huid- en bloeddelen, geven een afval, dat rijk is aan stikstof (5 pet) tegen 12-16 pet fosforzuur: dit geeft de waardevolle kunstmest en schuur-, poets-, polijst- of trommelmeel.
In de superfosfaatindustrie wordt beendermeel gebruikt voor het redresseren van nat geworden superfosfaat. IR DR A. L. VAN SCHERPENBERG
Lit.: W. Friedberg, Die Verwert. d. Knochen auf chem. Wege, 2. Aufl. (Wien 1901); L. Schucht, Die Fabrikation des Superphosphates, herausg. v.
Verein dtscher Dünger-Fabrikanten (Braunschweig 1926); F. Holdefleiss, Das Knochenmehl ^Berlin z.j.).