Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KUNSTMESTSTOFFEN

betekenis & definitie

De meeste voor de plant nodige stoffen zijn in de grond steeds in voldoende mate aanwezig. Dikwijls is er gebrek aan kalk, vooral op zand- en veengronden, en deze worden daarom gemest met mergel of met kalk.

Steeds echter ontstaat gebrek aan phosphorzuur, stikstof en kali. Vandaar dat zich een uitgebreide industrie van kunstmeststoffen heeft ontwikkeld die de drie genoemde stoffen in een voor de landbouw geschikte vorm fabriceren. Met behulp van deze kunstmeststoffen zijn de oogsten belangrijk groter geworden. Zo is de opbrengst aan aardappelen per ha tussen 1881 en 1910, gedurende welke tijd de kunstmestindustrie opkwam, ruim verdubbeld.Gemiddeld wordt per ha en per jaar aan de grond onttrokken: door rogge: 25 kg P3O5 65 kg N en 50 kg K20; door suikerbieten: 35 kg P205, 60 kg N en 150 kg K20; door aardappelen: 30 kg P206, 95 kg N en 100 kg K20.

Hieruit wordt duidelijk, dat grote hoeveelheden dezer stoffen nodig zijn. De kunstmeststoffen worden onderscheiden in: phosphaatmeststoffen, kalimeststoffen en stikstofhoudende meststoffen.

< >