Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bawean

betekenis & definitie

een eiland in de Java-zee ten N.W. van Madoera, strekt zich uit tussen 50 43' en 5° 52' Z.Br. en 112° 34' en 1120 44' O.L. v. Gr. en behoort administratief als afzonderlijk district tot het regentschap Soerabaja.

Het eiland is door een 500-1000 m daarvan verwijderd en voor de scheepvaart zeer gevaarlijk koraalrif omgeven. Het midden van Bawean bestaat uit een vulkanisch bergland, waarin zich als hoogste top de Goenoeng Besar (646 m) verheft. Het ongeveer 139 m diepe bergmeer Telaga Kestoba is waarschijnlijk een oud kratermeer. Op het bijna geheel met leucietgesteenten opgebouwde eiland wordt verder nog een vijftal warme zwavelbronnen gevonden.De voornaamste plaats en haven is Sangkapoera.

De bewoners, die van Madoerese afkomst zijn en een Madoerees dialect spreken, houden zich vnl. bezig met de handel. De meeste mannen zijn een groot deel van het jaar afwezig, om in bijna alle delen van de Archipel handel te drijven (zoals in Singapore waar men in 1931 wel 9413 Baweanners heeft geteld) of als koelies te dienen (bijv. in Deli). Dit komt tot uiting in de bevolkingscijfers: (1930) ii 913 mannen en 19947 vrouwen (totaal 31 860 zielen). In 1920 bedroeg echter de totale bevolking 34 335 zielen. Deze ontvolking liet niet na een stempel op het economische leven te drukken; immers de beste krachten liepen weg van het eiland. Velen emigreerden blijvend en namen hun vrouwen mee naar het emigrantenland.

In Singapore zijn zij bekend als bojans (vermoedelijk een verbastering van de Engelse uitspraak van Bawean). De nijverheid van lig- en bidmatjes is gaan kwijnen; de zeevisserij is in de Japanse bezettingstijd zeer achteruitgegaan. Kenmerkend is dat er geen Chinezen (meer!) op het eiland voorkomen. De oppervlakte der bouwgronden bedraagt 60 pet van de totale oppervlakte; van de bebouwde grond is 27 pet sawah en 73 pet droge grond. De bebouwing der sawah’s, welke in het vlakke land zeer vruchtbaar zijn, wordt meest aan vrouwen overgelaten, die er weinig zorg aan besteden. Herhaaldelijk laat men grote complexen sawah en tegalan braak liggen.

Het emigreren der mannen kan dan ook niet door gebrek aan grond worden verklaard, maar is een oude traditie, voortgekomen uit het drijven van overzeese handel. DR G. KUPERUS

Lit.: C. Lekkerkerker, Sapoedi en Bawean, overbevolking en ontvolking (Kol. Tijdschr. 1935); J. H. Goert, Verslag v. d. excursie n. h. eiland Bawean (Hand. VlIIe Ned.

Ind. Natuurw. Congres, Soerabaja 1938).

< >