was in het strafrecht van vóór de Franse Revolutie het misdrijf, bestaande in de terugkeer van de verbannen personen in de stad of de heerlijkheid vóór het verstrijken van de opgelegde termijn. Dit misdrijf werd beschouwd als een strafbaar feit tegen de openbare orde en veiligheid van de stad of van de heerlijkheid.
De banbreukige liep, wanneer eeuwige verbanning — de interdictio aquae et ignis — tegen hem was uitgesproken, altijd de doodstraf op. Was de verbanning in de tijd beperkt, dan werden verminkingsstraffen op hem toegepast. De vermin kingsstraffen verschilden al naar gelang de vastgestelde duur van de verbanning. Na deze straffen te hebben ondergaan werden de in banbreuk verkerende personen gewoonlijk opnieuw verbannen.DR L. TH. MAES
Lit.: Ch. Go mart, De la peine du bannissement, appliquée par les communes aux Xllme et XlIIme siècles (Archives historiques et littéraires du Nord de la France et du Midi de la Belgique, Illme série, dl. V. Valenciennes 1856, p. 449-464); Mueller, Die Stadtverweisung als Strafe im Niederl. Stadtrecht des Mittelalt. (Berlin 1935); H. Wiessner, Zwing und Bann. Eine Studie über Herkunft, Wesen und Wandlung der Zwing- und Bannrechte (Baden 1935)-