ook alleen Luchon geheten, de Thermae Lixonienses der Romeinen, ligt op 630 m in het dep. Haute-Garonne, in het dal Luchon (Pyreneeën), aan de Ch. de Fer du Midi en niet ver van de Spaanse grens.
De (1936) 4065 inw. leven behalve van enige mijnbouw (bismuth, antimoon, koper, lood) en van industrie (bier, chocolade) in hoofdzaak van de in groten getale (jaarlijks ± 40 000) toestromende badgasten. De plaats is nl. beroemd wegens haar zwavelbaden, 75 in aantal. Deze liggen buiten de stad en zijn gedeeltelijk warm, gedeeltelijk koud, met een temperatuur van 16-68 gr. C. Dagelijks leveren zij 600 000 1 water en worden aangewend ter genezing van hardnekkige huidziekten, gewrichtsziekten, zenuwziekten, verlammingen enz. Een platanenlaan leidt naar het Luchondal, een sycomorenlaan naar het Arboustdal en een lindenlaan naar het Piquedal. Prachtige vergezichten op de omringende schilderachtige dorpen en op de Pyreneeën (nl. de Maladettagroep) heeft men van Superbagnères (1797 m), de Géciré, de Bacanère (2194 m) en de Montné (2147 m).Bagnères-de-Luchon heeft een welvoorzien schilderijenmuseum en een modern openluchttheater; in het oude gedeelte de i8de-eeuwse vernieuwing der Onesiorum Thermae, de oude Romeinse badhuizen.
Lit.: P. Lancontrade, Guide du touriste de Luchon (Toulouse 1920) ; R. Molinéry, Etudes sur les eaux de Luchon (Cahors 1921) .