een belangrijke, in 1880 door Chinezen uit Siam gestichte visserij- en vishandelsplaats op de oostkust van Sumatra, nabij de mond van de Rokan. In 1940 werd hier ± 70 mill. kg verse vis aangebracht en vervolgens gedroogd en gezouten (op Java bedroeg in dat jaar de aanvoer ± 100 mill. kg).
De visserij, de industrie en de handel in deze visserijproducten worden zo goed als geheel door Chinezen gedreven. De plaats telde in 1930 bijna 12 000 dezer nijvere inwoners op een totaal van 15 262 zielen, maar hun aantal was in 1939 aangegroeid tot ± 16000. Van de Chinese bevolking spreekt slechts een zeer gering percentage Maleis, daarentegen weten de meeste in Bagan Si Api Api wonende Maleiers zich in het Chinees uit te drukken; vermenging van de beide bevolkingsgroepen komt niet voor. Op de Chinese scholen wordt nog het aloude karakterschrift aangeleerd. De haven telde in 1939: 933 vissersvaartuigen, 77 handelsvaartuigen en 66 laadprauwen. In de buurt liggen Sineboei en Panipahan, waar in 1939 resp. 250 en 400 vissersvaartuigen werden geregistreerd.
De uitvoer was op Singapore en het dichtbevolkte Java gericht. DR G. KUPERUSLit.: G. Masset, Bagan Si Api Api. Volkscredietwezen Oct. 1939 (alwaar o /erige li teratuur).