plaats op de kust van OostAfrika, tegenover Zanzibar, te midden van klapper- en mango-aanplantingen, vroeger beginpunt van de karavaanwegen naar het binnenland; na aanleg van de spoorweg en de opkomst van de haven Dar-es-Salaam* echter achteruitgegaan. In Bagamojo was vóór Wereldoorlog I de DeutschOstafrikanische Gesellschaft gevestigd.
Tegenwoordig telt de plaats ca 6000 inw. en is hoofdplaats van het district Bagamojo, dat, behalve een duizendtal Brits-Indiërs en Arabieren, een 60 000 inboorlingen telt. Rubber en kopalhars, kopra en verder runder-, schapen- en geitenhuiden zijn de voornaamste voortbrengselen.
