Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

AZAZEL

betekenis & definitie

is waarschijnlijk de naam van een boze geest, die volgens de mening der oude Israëlieten de woestijn bewoonde en telken jare, op Grote Verzoendag (Leviticus 16) met het offer van een bok werd verzoend. Over twee bokken, door het volk geleverd, wierp de hogepriester het lot, om te beslissen, welke van die twee voor Jahweh en welke voor Azazel was bestemd.

De bok, welke aan Jahweh ten deel viel, werd als zoenoffer voor het volk geslacht; daarna legde de hogepriester zijn handen, en hiermede alle zonden van Israël, op de kop van de andere bok, waarna deze naar de boze geest in de woestijn werd gedreven. De kerkvaders, de Vulgata, Luther en anderen gaven ten onrechte de naam Azazel aan de bok zelf, zodat zij in deze handeling een zinnebeeld zagen van de vergiffenis der zonden door Jahweh. In de (betrekkelijk zeer jonge) Apocalypse van Henoch is Azazel de naam van het opperhoofd der gevallen engelen.

< >