(1) is het Z.O. schiereiland van Newfoundland, dat door een smalle landengte (4-5 km breed) met het eiland is verbonden. Door de baaien van St Mary en Conception is het zelf wederom in drie schiereilanden verdeeld.
Bijna de helft van de totale bevolking van Newfoundland is in dit deel woonachtig (1/12 van de totale oppervlakte), zulks wegens de nabijheid der zo belangrijke visgronden en het gekeerd zijn naar Europa. Belangrijke nederzettingen: St Johns (hoofdstad) en Hearts Content (kabelstation).(2) (Latijn: Insula Avallonis, Kymrisch: Ynys Afallach), heet een wonderbaarlijk eiland, waarheen Arthur zich na de slag van Camlan zou hebben laten overbrengen ten einde zijn dodelijke wonden daar te doen behandelen door de fee Morgen (oudste berichten bij Galfridus van Monmouth, Historia regum Britanniae, 1136, en Vita Merlini, omstreeks 1148) en van waar de Britten zijn terugkeer verwachtten. In de 12de eeuw werd Avalon geïdentificeerd met Glastonbury, het eerst in een mogelijk later ingevoegde plaats in De antiquitate Glastoniensis ecclesiae, van Willelmus van Malmesbury (omstreeks 1135), waar de naam in verband gebracht wordt met het Kymrische woord afal = appel (aldus reeds Insula Pomorum in de Vita Merlini) ofwel met een persoon Avalloc, die inderdaad reeds als Aballac(h) in Britse stambomen uit de 10de eeuw voorkomt. Beide afleidingen vinden nog verdedigers.
Lit.: F. Lot, Glastonbury et Avalon, in Romania, dl XXVII, blz. 529 vlg.; L. Cons en C. H. Slover, Avallo, Avalon, in Modern Philology, dl XXVIII, blz. 385 vlg.
