Frans natuurkundige (Broglie io Mei 1788-Parijs 14 Juli 1827), bezocht de Polytechnische school, werd ingenieur in de Vendée, maar verloor tijdelijk zijn betrekking na de terugkeer van Napoleon van het eiland Elba. Van toen af vnl. te Parijs bij Arago werkzaam, maakte hij zich weldra beroemd door zijn uitvindingen op het gebied der natuurkunde.
In 1819 verwierf hij een prijs van de Academie door het zeer volledige beantwoorden van het vraagstuk der diffractie van het licht, waarin Young reeds eerder gedeeltelijk geslaagd was. Door zijn beroemde spiegelproef e.d. bewees hij de juistheid der trillingstheorie van het licht. Met Arago ontdekte hij de interferentieverschijnselen bij gepolariseerd licht en de draaiing van het polarisatievlak in kwarts. In 1829 verklaarde hij een en ander uit de transversaliteit der lichttrillingen (z dubbele breking en licht).
De door hem geconstrueerde lenzen voor vuurtorens vonden spoedig algemeen ingang. Zijn naam leeft nog heden voort in allerlei naar hem genoemde optische apparaten en begrippen, alsmede in twee naar hem genoemde integralen, tot welke studie hij eveneens via zijn optische onderzoekingen werd geleid. De reflectieformules van Fresnel leren ons, welk percentage van het licht wordt gereflecteerd op het grensvlak van twee doorschijnende media. Over de zgn. meesleping van het licht door bewegende media ontwikkelde hij reeds nuttige ideeën, die echter pas later vrucht droegen en verfijnd werden.Bibl.: Œuvres complètes, éd. p. H. de Senarmont e.a. (3 dln Paris 1866-1870).
Lit.: M. Bullouin, A. F. in: Annales de physique (1828); Kramers, Ned. Tijdschr. v.
Nat. IX, 311 (1942).