is een synthetisch bereid middel tegen malaria dat ter vervanging van kinine wordt aanbevolen. Het is een geel kristallijn poeder met bittere smaak, dat in water oplosbaar is.
Het wordt in een dosis van 0,1-0,3 g per dag gedurende 5-7 dagen gegeven. Reeds na het innemen van een kleine dosis wordt de huid geel gekleurd; soms zijn toxische verschijnselen waargenomen, speciaal wanneer het middel werd gecombineerd met een ander synthetisch anti-malariamiddel, nl. het plasmochine. Onder de naam mepacrine is het door de geallieerde legers in Wereldoorlog II op grote schaal toegepast, toen de Nederlandse overzeese gebieden door de Japanners waren bezet en de aanvoer van kinabast en kinine stilstond. Er werden fabrieken opgericht om uitsluitend dit middel te maken. Door dagelijkse toediening van 0,1 g kon men de meeste malaria-infecties onderdrukken, zodat niettegenstaande de veelvuldige besmettingen in tropische streken (Nieuw-Guinea, Salomon-eilanden e.d.) geen ziekteverschijnselen ontstonden; het behoeft geen betoog, dat dit uitermate belangrijk was voor de gevechtswaarde der troepen.In Frankrijk kent men het product onder de naam quinacrine. Atebrine is bovendien een waardevol middel gebleken tegen infecties met lamblia intestinalis.
