assises (Latijn: assisae of assisiae) noemde men oorspronkelijk in de middeleeuwen iedere zitting van een openbare vergadering of van een gerecht. In Engeland kreeg het woord in de 12de eeuw in het bijzonder de betekenis van een terechtzitting, waarin het bewijs van bepaalde feiten geleverd werd door beëdigde buren.
Terwijl aanvankelijk deze buren alleen bevoegd waren om als getuigen bepaalde vragen in het proces, in procedures over land, te beantwoorden, werden zij later krachtens koninklijk gezag de beslissers van het geschil, dus rechters. Zo ontwikkelde zich uit de assises de jury. In deze Anglo-Normandische periode der Engelse rechtsgeschiedenis duidt Assises ook de regelingen aan afkomstig van koninklijke ambtenaren, zoals de Assises of Clarendon, uit het jaar 1166 die de grondslag legden voor de strafrechtprocedure, met de Assises of Northampton (1176); de Assises of Woodstock (1184) over de bescherming van bossen, de Grand Assise en de Assise of Novel Disseisin, die aanleiding waren tot de ontwikkeling van bepaalde procesvormen, ten gevolge waarvan zulk een rechtsvordering zelf ook „assise” genaamd werd, evenals zelfs de jury en ten slotte de rechtbank die haar besliste.Thans betekent Assisen de zittingen van rondreizende rechters, in civiele en in criminele zaken, die sinds meer dan 700 jaar geregeld, minstens tweemaal per jaar, in verschillende delen van Engeland worden gehouden. De uitspraken van deze „circuit judges” zijn van gelijke rang als die van de rechters in de High Court en van de (gewoonlijk ook tot de Assises gerekenden) Central Criminal Court, beide te Londen; alle deze uitspraken zijn in principe vatbaar voor hoger beroep en, daarna, appèl bij het Hogerhuis. De Assises vormen, bij de rechtsbedeling in belangrijke zaken, het decentraliserende element in het overigens zo sterk centraliserende stelsel van jurisdictie in Engeland.
De bekende Assises de Jerusalem zijn beschrijvingen van het door de Kruisvaarders naar het Heilige Land overgebrachte Costumiere Franse recht, daterend uit de 12de en 13de eeuw, een belangrijke bron voor de kennis van het oude Franse recht (uitgegeven door Beugnot, 1841-1843).
Het tegenwoordig in Frankrijk geldende wetboek van strafvordering, de Code d’Instruction criminelle, kent nog de Cour d’Assises; voor elk departement één, samengesteld uit 3 leden, waarvan één president is, die de leiding bij de behandeling heeft. Deze president is steeds raadsheer bij het hof, waarbij de zaak in hoger beroep zou kunnen worden behandeld. Het „schuldig of onschuldig” wordt uitgemaakt door een jury van 12 leden; de strafmaat wordt echter door de 3 rechters bepaald.
PROF. MR H. R. HOETINK
Lit. J. M. Pardessus, Essai hist. sur l’organisation judiciaire et l’administr. de la justice depuis Hugues Capet jusqu’à Louis XI I (Paris 1851); H. Brunner, Die Entstehung der Schwurgerichte (Berlin 1872).
In BELGIË wordt het woord assises of assisen in de rechtstaal gebruikt om aan te duiden de zitting of nog soms de zittijd van een bijzonder Gerechtshof, het Hof van Assises of Assisen. Dit Hof zetelt tijdelijk in iedere provincie, om, met tussenkomst van de jury, te vonnissen over de zaken, die naar dit Hof worden verwezen door de Kamer van inbeschuldigingstelling.
Het Hof van Assisen is de enige rechtbank waarin, volgens het grondwettelijk stelsel van 1831, leken zetelen, nl. de 12 gezworenen, die de Jury vormen. Daarin zag men bij de stichting van het onafhankelijk koninkrijk België, de voortzetting van de vroegere Vierschaer en een waarborg voor de beoordeling van pers- en politieke misdrijven, die evenals de misdaden, onder de bevoegdheid vallen van het Hof van Assisen. Sedert het einde der 19de eeuw werd de rechtspraak van het Hof van Assisen in België dikwerf gecritiseerd, wegens de gemakkelijke beïnvloeding der juryleden, vooral in zgn. passionele misdaden. Sedert 1919 spreekt de jury zich alleen uit over de vraag of de beschuldigde schuldig is of niet, doch wordt de eindbeslissing over de straf genomen door de jury en het Hof, samen zetelende.
PROF. MR NIKO GUNZBURG.