Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

BUREN

betekenis & definitie

(1) huis en heerlijkheid, thans behorende tot de provincie Gelderland. Omstreeks 772 lag de „villa” (buurtschap) Buren in de gouw Teisterbant.

Men vindt omstr. 1200 gewag gemaakt van de broeders Otto en Alard van Buren. Alards zoon Otto droeg het kasteel aan de graaf van Gelre op en ontving het wederom als een Gelders leen en open huis van de landsheer. Hertog Arnold veroverde in 1435 Buren en verdreef heer Willem van Buren en zijn zoon. De hertog werd een dertigtal jaren later door zijn eigen zoon Adolf op het slot te Buren gevangengezet.

Na zijn bevrijding, zes jaren daarna, schonk hertog Arnold Buren c.a. vrij van leenroerigheid aan zijn broeder Willem van Egmond, heer van Leerdam en IJsselstein. Willems zoon Frederik werd door keizer Maximiliaan in 1498 tot graaf verheven. Anna van Egmond-Buren, achterkleindochter van graaf Frederik, huwde 8 Juli 1551 prins Willem van Oranje. Tot 1795 toe bleef Buren aan het huis van Oranje.

Het indrukwekkende kasteel werd in de jaren 1806-1815 gesloopt, nadat het door de Staat aan de gemeente Buren verkocht was. In 1383 ontving de heerlijkheid Buren van haar heer een landrecht en in 1395 het plaatsje van die naam aan de Korne stadsrecht. De heerlijkheid omvatte de gemeenten Buren, Beusichem en Buurmalsen. Van grote bekendheid is het Burense weeshuis, dat in 1612 werd gesticht voor wezen uit Buren, Leerdam, IJsselstein en Ackooi door Maria, dochter van prins Willem I en weduwe van Philips graaf von Hohenlohe, vrijheer tot Langenberg, enz.

DR A. J. MARIS

Lit.: J. A. Heuff Az., Het Graafschap Buren en het Burensche Weeshuis (4de dr. 1908); H. M.

Werner, Geldersche Kasteelen, II (1908), blz. 385; R. Fruin, De Vrije Heerlijkheden, gelegen in het grensgebied tusschen Gelderland, Holland en Utrecht, in Versl. en Meded. der Ver. tot uitg. der Bronnen v. h. Oud-Vaderl. Recht, VIII, blz. 352.

(2), Gelderse gemeente in de Betuwe, beslaat een oppervlakte van 1988 ha en telt (1946) 1989 in hoofdzaak Prot. inw. (1930: 5 pct R.K.). De Linge scheidt de gemeente in het Z. van Geldermalsen; de Korne doorloopt haar van het N.O. naar het Z.W. De bodem bestaat uit klei, waarvan 37 pct bouwland, 58 pct grasland en 5 pct tuingrond. Landbouw is hoofdbestaansmiddel; verder is er wat steenbakkerij.

Buren omvat het stadje van die naam (1930: 846 inw.), de dorpen Asch (242 inw.) en Erichem (274 inw.) en Lutterveld (62 inw.).

Buren ligt op de westoever van de Korne, aan de weg van Tiel naar Culemborg. Tot de voornaamste gebouwen behoren het stadhuis, het weeshuis (1612), gesticht door gravin Maria van Buren, weduwe van de graaf von Hohenlohe, een dochter van Willem de Zwijger; de Hervormde kerk met grafelijke grafkelder, de R.K. kerk (1797) en een oud poortje. Aan de westzijde van het stadje lag vroeger het sterke kasteel van Buren, dat begin der 19de eeuw is gesloopt.