1ste baron, Brits luchtmaarschalk (u Juli 1890), was een van de grootste luchtstrategen uit Wereldoorlog II. In Wereldoorlog I trad hij toe tot het Royal Flying Corps, waarin hij diende als piloot van bommenwerpers.
Na het uitbreken van Wereldoorlog II werd hij Deputy Air Officer Commanding in Chief Middle East. In deze functie paste hij zijn later zeer bekend geworden theorie toe, inhoudende dat de eerste taak van de luchtmacht is het vernietigen de vijandelijke luchtvloot, om pas daarna over te gaan tot het verlenen van luchtsteun aan de grond- en zeestrijdkrachten. Onder het „tedder-carpet” verstaat men het zwaar bombarderen van een terrein voor de eigen infanterie, ten einde voor deze de weg te banen. Tedder had een groot aandeel in de operaties, welke resulteerden in de vernietiging van het Duitse Noord-Afrika-corps. Later leidde hij de luchtoperaties tegen Sicilië en Italië. Hij was een van de belangrijkste adviseurs van Eisenhower bij de planning van de invasie in West-Europa. Als gevolg hiervan werd hij benoemd tot Deputy Supreme Commander van de Geallieerde strijdkrachten in West-Europa. Na de oorlog werd Tedder benoemd tot Chief Air Staff en in 1945 bevorderd tot Maarschalk van de R.A.F. Hij bezit vele onderscheidingen, is ereburger van vele steden en hem werd door verschillende universiteiten het eredoctoraat verleend. Later werd hij aangesteld tot voorzitter van de interservice stafmissie van Groot-Brittannië bij de N.A.V.O.LUIT.-KOL. M. W. J. M. BROEKMEIJER.
