Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Arthur symons

betekenis & definitie

Engels dichter en criticus (in Wales 28 Febr. 1865 - 22 Jan. 1945), reisde lang door Frankrijk en Italië. Hij was een der belangrijkste figuren in de literaire „decadence”beweging die in het laatste decennium der vorige eeuw opkwam en de vertegenwoordiger daarvan die het langst de artistieke theorieën trouw bleef.

In 1896 stichtte hij met Aubrey Beardsley het tijdschrift The Savoy, verzamelpunt van alle talentvolle nieuwe literatoren. Onder invloed van Verlaine en Mallarmé, wier denkbeelden hij in Engeland introduceerde, schreef hij romantische, sensuele, wat vage poëzie met enkele ontroerende hoogtepunten. Zijn stem had veel gezag bij de decadenten. Hij bezorgde o.a. de gedichten van zijn generatiegenoot Ernest Dowson.Bibl.: An Introduction to the Study of Browning (1886); Days and Nights (1889); Silhouettes (1892); London Nights (1895); Studies in Two Literatures (1895); The Symbolist Movement in Literature (1899); Images of Good and Evil (1900); Collected Poems (1901); Poems (2 din, 1902); Cities (1903); Play (1903); Studies in Prose and Verse (1906); Charles Baudelaire (1921); Thomas Hardy (1927); Confessions (1930); A Study of Walter Pater (1932).

Lit.: T. E. Welby, A. S. (1925); Holbrook Jackson, The Eighteennineties (1913).

< >