Sir, Engels schrijver, onder pseud. „Q” (Cornwall 21 Nov. 1863 - Fowey, Cornwall, 12 Mei 1944), studeerde in Oxford, waar hij van 1886-87 klassieke letteren doceerde; in 1912 werd hij hoogleraar in de Engelse letterkunde te Cambridge. Hij schreef talrijke historische avonturenromans, spelend in Fowey; van groot belang was zijn critische arbeid.
Zijn Oxford Book of English Verse 1250-1900 (1900) werd vermaard. In 1910 werd hij in de adelstand verheven.Bibl. (voorn, werken): The Astonishing History of Troy Town (1888); Hetty Wesley (1903); Sir John Constantine (1906); The Mayor of Troy (1907); Selected Short-Stories (1921); Collected Poems (1929). Studies: On the Art of Writing (1916); Studies on Literature (3 dln, 1918-1929); On the Art of Reading (1920); Charles Dickens and Other Victorians (1925).
Lit.: F. Brittain, Arth. Q.-C., a Biographical Study (1947).
