(officiële afkorting Ariz.), zo genoemd naar een woonplaats der Papago-Indianen, Arizonac of Arizonaca, d.i. „plaats van kleine bronnen”, bij het huidige Nogales gelegen, is een staat in het Z.W. van de V.S. en strekt zich uit van 31o 20' tot 37o N.Br. en van 109° 2' tot 114° 35' W.L. De oppervlakte bedraagt 294 845 km2.
Topografisch bestaat Arizona uit twee zeer verschillende delen: een plateaugebied in het N., 1500 tot 2000 m hoog, gebouwd van bijna horizontale lagen, waarin de Colorado en haar zijrivieren diepe dalen (canyons) hebben gesneden en een bergachtig gebied in het Z., waar de ketenen over het geheel N.W.-Z.O. lopen, met brede dalen ertussen, 35 tot 50 km breed. De hoogste verheffing in Arizona vormen de San Francisco Mountains bij Flagstaff (3825 m). In het Z.O. vindt men terraslanden van 300-800 m hoogte; hier stromen de Gila en de Salt River. Het klimaat is in geheel Arizona droog, maar door het hoogteverschil van het N. en het Z. is er zowel in temperatuur als in neerslag nogal verschil tussen de beide delen. In sommige gebergten is voldoende neerslag voor een vrij dichte boomgroei, maar bij Yuma valt gemiddeld per jaar slechts 7 cm regen. De zandige vlakten in het Z.W. behoren tot de heetste streken op aarde; 120 gr.
F. in de schaduw is het er ’s zomers veelvuldig. Door de droogte der lucht is deze hitte echter niet drukkend, terwijl het winterklimaat hier bijzonder aangenaam is. Opgemerkt dient overigens, dat in verschillende delen van Arizona ook Jan.-temperaturen van enige tientallen graden C. beneden 0 zijn genoteerd. Arizona is een bekend herstellingsoord geworden voor longlijders. De hoofdstad is Phoenix (1940: 65 414 inw., Groot-Phoenix: 121 828 inw.); de Staats-Universiteit is in Tucson (1940: 36 818 inw.).
Mineralen bezit Arizona veel. De mijnbouw is een hoofdmiddel van bestaan. Koper is verreweg het belangrijkst, voorts: goud, zilver, lood, zink en ijzer. De dalen van Arizona zijn vruchtbaar en waar kunstmatige bevloeiing kan worden toegepast, zoals bijv. bij de Salt River veel gebeurd is (Roosevelt Dam), kan een belangrijke en intensieve agrarische productie plaats hebben: luzerne, ooft, zuidvruchten, dadels, katoen, wijndruiven; op het droge steppenland, met laag kreupelhout en struikbosjes bedekt, is slechts een extensieve veeteelt mogelijk: schapen, runderen, paarden, muildieren, geiten. De „ranch” (veeboerderij) is nog de typische bedrijfseenheid in een groot deel van deze droge staat, de „cowboy” — de loonarbeider op de „ranch” — een veel voorkomende verschijning.
De blanke bevolking telde in 1870: 9568, in 1880: 40 400 zielen. Met de Indianen was de bevolking in 1890: 88 243, in 1900: 129 931, in 1910: 204 354, in 1920: 334 162, in 1930: 435 573, in 1940: 426 792 zielen groot. Hieronder waren talrijke Mexicanen, die meer dan één vierde der bevolking van deze staat vormen. Er woonden in 1940: 55 076 Indianen, vnl. Hopi, Navaho en Gila-Apachen, 14 993 negers en mulatten.
De eerste blanken, die het huidige Arizona betraden in 1538, waren waarschijnlijk Juan de la Asunción en Pedro Nadál, twee paters, over wie verder weinig bekend is. In 1540 trok Coronado er met een vrij sterke afdeling doorheen, op weg naar Cibola. Patrouilles van hen ontdekten de Hopi-dorpen en de Gran Canyon. Franciscanen vestigden missies onder de Hopi-Indianen in 1629, tot de Grote Opstand der Pueblos in 1680 voorlopig een einde aan de missie maakte. Later, in de 17de eeuw, steeds méér in de 18de eeuw, hebben R.K. geestelijken hier het beschavingswerk en de kolonisatie bevorderd. Verrassend grote kerken werden gebouwd; op soms zeer geïsoleerde plaatsen bevloeiingswerken aangelegd.
De oorlogen tussen de blanken en de Apachen hebben later tijdelijk achteruitgang gebracht. Na de overwinning der V.S. op Mexico in 1848 werd ook dit gebied aan de V.S. afgestaan; het vormde in 1863 een afzonderlijk territorium en is sinds 1912 een zelfstandige staat.
PROF. DR A. N. J. DEN HOLLANDER
Lit.: T. E. Farish, History of Arizona, 8 vol. (San Francisco 1915); N. B. Fenneman, Physiography of the Western United States (New York 1931); G. W.
James, Arizona the Wonderland (Boston 1917); B. Dietrich, Arizona, eine landeskundl. Skizze (1928); J. F. Dodge, Our Arizona (New York 1929); F. C.
Lockwood, Pioneer Days in Arizona (New York 1932); Arizona, A State Guide (Amer. Guide Series, New York 1940, met lit.).