naar den God Apollo, duidt sedert Nietzsche (in zijn: Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik, 1872) in wereldbeschouwing en levensleer het element van klassieke rust en harmonie aan in tegenstelling met het fel-bewogene, demonische of Dionysische element. Apollinisch is volgens Nietzsche bijv. de beeldhouwkunst, de muziek daarentegen is Dionysisch.
Lit.: O. Kein, Das Apollinische und Dionysische bei Nietzsche und Schelling (1935).