(Grieks, uitspraak: άπο χοινού, uitspraak: apo koinoe = van het gemeenschappelijke) is een zinsconstructie, waarbij een deel van de ene zin, soms een hele zin uitmakende, bij een andere zin wordt getrokken. In het midden-Nederlands komt dit verschijnsel vaak voor.
Bijv. (Ferguut):1 Stont op Arthur die coninc
Ghinc messe horen in die kerke.
2 (jaghen)
Den witten hert die noit en kende
Dat grote geloep van minen honden.
Hi saelt weten ane dien stonden
Canicken te velde belopen
Ic wane wel, hi saelt becopen.
Meestal vormen twee, niet door een voegwoord verbonden, nevengeschikte zinnen, waarvan er één inversie heeft, het uitgangspunt van de apo koinou-constructie. Zij is een geval van affectief taalgebruik (C. Minis, De AΠO KOINOY-constructie, vooral in den Ferguut, in: Tijdschr. voor Ned. Taal en Lett. LXII, blz. 161 vlg., blz. 270 vlg.).
DR B. VAN DEN BERG.