Duits portretschilder van Zwitserse afkomst, (Winterthur 18 Nov. 1736 Dresden 22 Juni 1813), was aanvankelijk te Augsburg werkzaam, in 1766 werd hij aan de academie te Dresden benoemd. Behoudens enkele reizen, vooral naar Leipzig en Berlijn, waar hij talrijke portretopdrachten ontving, bleef hij zijn gehele leven in Dresden en ontplooide daar een ongelofelijke activiteit.
Volgens zijn eigen opgave schilderde hij 1655 portretten, afgezien van 322 zilverstift-miniaturen uit de jaren 1783-’90, die hij wegens zijn verminderd gezichtsvermogen niet meer kon voltooien. Graff was de klassieke portrettist van de Duitse 18de eeuw; zijn schilderijen zijn technisch volmaakt, de kleur is rustig en de persoonlijkheid van de voorgestelden op natuurlijke en ongezochte wijze weergegeven.Lit.: Catalogus van de A. Gr.-tentoonstelling te Dresden (1913) ; O. Waser, A. Gr. (1926); Pantheon, XVIII (1936), blz. 375-382; Beate Becker, Zur Portrâtkunst A.
Gr. (1950).