Frans beeldhouwer (Parijs 24 Sept. 17g6 - 25 Juni 1875), oefende zich aanvankelijk in het ciseleren en legde zich, nadat hij enige tijd in krijgsdienst was geweest (tot 1815), toe op de beeldhouwkunst. In 1818 verwierf hij een prijs aan de École des beaux-arts.
Hij maakte in 1821 een groep van een tijger, die een krokodil verscheurt, welke hem als een voortreffelijk meester deed kennen. Tot zijn beste werken behoren een Theseus en de Minotaurus, een dode gazel,een jonge leeuw, die een stier aanvalt, en vooral de beide reusachtige leeuwen in de tuin der Tuilerieën, ook de machtige bronzen dieren in de tuin van bet Trocadero. In 1864 voltooide hij een ruiterstandbeeld van Napoleon I voor Ajaccio. Door Napoleon III werd hem opgedragen, om voor het Louvre vrouwelijke figuren te vervaardigen, voorstellende: Oorlog en Vrede, Kracht en Wet. In het museum van het Luxembourg te Parijs vindt men een belangrijke verzameling van kleine bronzen beeldjes van zijn hand.Lit.: A. Alexandre, Ant. Louis Barye (1889); Roger-Ballu, L’oeuvre de B. (1890).
