(aetherische) is een kleurloze, sterk lichtbrekende vloeistof van eigenaardige geur, met een sterk zoete smaak (in de koude sneeuwwit en kristallijn). Het smeltpunt ligt bij 15-19 gr.
C., doch door licht en lucht verandert de kristalliseerbaarheid op den duur doordat zich oxydatieproducten en polymeren vormen. De bestanddelen zijn anethol (80-90 pct), methylchavicol, anijsketon en acetaldehyd. Men gebruikt de olie in de likeurfabricage, voor suikerwerken en gebak, en medicinaal als verdelgingsmiddel van parasieten, o.a. schurft.Anijszaad wordt in de huishouding gebruikt (anijsmelk, anijsbroodjes, muisjes).
Anijszuur: CH3O.C6H4.CO.OH, of para methoxy benzoëzuur, ontstaat door oxydatie van anethol, waarbij de atoomgroep: C3H5 door de atoomgroep COOH wordt vervangen. Het is een éénbasisch zuur: de zouten zijn meestal oplosbaar en gekristalliseerd. Bezigt men bij de oxydatie een overmaat van de olie, dan verkrijgt men geen anijszuur, maar anijsaldehyd (anisylwaterstof, anisylig zuur, para methoxy benzaldehyd) een lichtgele vloeistof, die specerijachtig riekt en prikkelend smaakt, bij 248 gr. C. kookt en een soortelijk gewicht heeft van 1,228 bij 18 gr. C. Het kan door oxydatiemiddelen in anijszuur worden omgezet. Onder de naam Aubépine wordt het in de parfumerie gebruikt.