Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ANHOLT

betekenis & definitie

(1) is een, 22 km2 groot, Deens eiland in het Kattegat, ten Z.O. van Laesö. De zandige bodem levert wat graan.

De inwoners (± 250) doen echter grotendeels aan zeevaart en visvangst. Wegens zandbanken ten Z. van het eiland is er in 1836 een vuurtoren geplaatst.(2) is een stadje in Duitsland even over de Nederlandse grens aan de Oude IJsel, tussen Gendringen en Isselburg en heeft bijna 1850, meest R.K. inw. Er is een oud kasteel met een mooi park van de vorsten van Anholt, nl. de prinsen van Salm-Salm. Het werd in 1800 met de Bataafse Republiek (Gelderland) verenigd en kwam in 1815 aan Pruisen.

De stad is in Wereldoorlog II bijna geheel vernietigd, behalve het gebouw waarin de Salm-Salm-archieven zich bevinden, hetwelk vrij goed gespaard is gebleven. De archieven, vnl. de oudere, waren voor een groot deel in de war geraakt door voorwaartse troepen en er waren waarschijnlijk enige verloren gegaan, maar over het algemeen zijn zij intact.

Het slot leed zware schade van artillerievuur, maar de meest noodzakelijke reparaties zijn reeds aangebracht en de mooiste kamer, de Rittersaal, is in werkelijkheid onbeschadigd. Een zeker aantal kleinere voorwerpen werd geroofd, doch alle belangrijke schilderijen, manuscripten, etc. werden geëvacueerd naar Nieder Marsberg.

< >