pseud. van Tadeusz Galencki, Pools romanschrijver (Konstantynowka, bij Lublin, 16 Febr. 1873-Warschau 9 Dec. 1937), was van jongs af een vurig socialist, werd in 1894 naar het N. van Rusland gedeporteerd. Tijdens de onlusten van 1905-’06 nam hij deel aan de révolutionnaire beweging.
In Wereldoorlog I maakte hij als vrijwilliger deel uit van de „legioenen” van Pilsoedski. Na 1926 behoorde hij tot de oppositie als socialistisch senator. Zijn voornaamste werk is de Geschiedenis van een bom (1910), een aangrijpend en goed gebouwd beeld van het leven van de ondergrondse révolutionnaire verenigingen.In zijn andere romans is hij steeds opgetreden als de verdediger van verheven idealen van sociale rechtvaardigheid, geestelijke eerlijkheid en pacifisme, waarbij hij echter te vaak declamatorisch en melodramatisch wordt.
PROF. DR C. BACKVIS.
Bibl.: Het geld (1921); Het graf van de Onbekende Soldaat (1922); De generatie van Marcus Swida (1925); Het fortuin van de kassier Spiewankiewicz (1928); Verz. werken: Pisma (20 dln, Warszâwa, i930-3i). Daarna nog de belangrijke trilogie over het einde van de oorlog I9i4-’i8: Het gele kruis (1932-’33).