Pools staatsman en schrijver (1621-1679), was voorzitter van de Landdag van 1652 en werd in 1677 tot paltsgraaf van Podolië benoemd. Fredro, door zijn tijdgenoten geroemd om zijn welsprekendheid, is de schitterendste en meest typische vertegenwoordiger van de politieke opvattingen van de sarmatische adel (szlachta) zoals zij zich ca het midden van de 17de eeuw voorgoed kristalliseerden.
Zijn grote verhandelingen met de barokke titels en in Barokstijl» zoals Przyslowia mow potocznych (Spreekwoorden, 1658), Monitapolitico-moralia (1664), Militaria (Amsterdam 1668), Vir consilii (1830) zijn particularistisch van strekking alhoewel de auteur zeer bekend was met de Westerse beschaving. Door middel van sofismen verdedigt Fredro er met grote behendigheid behoudsgezinde vooroordelen, die hij weet te mengen met vooruitstrevende soms waardevolle opvattingen. Het belang van zijn ideeën in zake opvoeding werd onlangs in het licht gesteld. Hij schreef in het Latijn een geschiedenis van de kortstondige regering van Hendrik van Valois in Polen: Gestapopuli Poloni sub Henrico Valesio (Dantisci 1652, Poolse vert.
St Petersburg 1855).PROF. DR C. BACKVIS
Lit.: F. is nog onvoldoende bestudeerd. Kosinski, A. M. fr. jako pisarz i moralista in Ksiega pamiatkowa aangeboden aan Dobrzycki (Poznan 1928); Barycz, A. M.
Fr. wobec zagadnien wychowawczych (Kraków 1948).