is de verbinding tussen weefselstrengen of buizen, bijv. tussen zenuwen of bloed- resp. lymphvaten. Anastomosen verbinden gewoonlijk bloedvaten van dezelfde soort (slagaderen met slagaderen, aderen met aderen, haarvaten met haarvaten), maar in verschillende organen komen verbindingen tussen kleine slagaderen en aderen voor, de zgn. arterio-veneuze anastomosen. Deze anastomosen kunnen van zeer verschillend kaliber zijn.
Zij laten niet steeds bloed door, zijn zelfs doorgaans afgesloten door samentrekking van de sterke spierlaag in hun wand, die onder invloed van het autonome zenuwstelsel staat. Opent zich een dergelijke verbinding, dan ontstaat er a.h.w. een kortsluiting tussen aan- en afvoerende bloedvaten, die grote invloed heeft op de hoeveelheid en samenstelling van het bloed dat door het betreffende orgaan stroomt. Arterioveneuze anastomosen vindt men bijzonder veel in organen die een sterk wisselende bloedvoorziening hebben, zoals de huid (vooral van vingers en tenen) en in klieren (die al naar gelang van geringer of sterker activiteit weinig of veel bloed behoeven).De functie dezer arterio-veneuze anastomosen is nog onvoldoende bekend. Misschien dienen zij om een plaatselijke toeneming van de circulatieweerstand te verhinderen, indien het haarvatenbed wordt vernauwd.
DR W. J. H. NAUTA.
