wordt een hydroxyde dan genoemd, wanneer het als zuur en als base kan reageren, d.w.z. wanneer zowel waterstof door metaal kan worden vervangen alsook er met zuren zouten worden gevormd, waarbij de hydroxylgroep voor een zuurradicaal plaats maakt. Een bekend voorbeeld van zo een amphoteer hydroxyde is het aluminium-hydroxyde.
Het lost in overmaat loog op tot aluminaat:Al(OH)3 + KOH KAl02 + 2H20.
Met zoutzuur ontstaat het chloride:
Al(OH)3 + 3HCl -> AICI3 + 3H20.
Met toenemende lading en afnemende straal van het metaalion worden enerzijds de hydroxylionen sterker gebonden, terwijl anderzijds de waterstofionen onder invloed van de electrostatische afstoting gemakkelijker worden afgestaan. Zo staat Al(OH)j in de reeks Na(OH), Mg(OH)2,
Al(OH)3, Si(OH)4, P(OH)5 = H3PO4 + H2O,
juist op de overgang tussen overwegend basische en overwegend zure hydroxylverbindingen. Verder in het periodiek systeem zal deze overgang pas bij een hogere lading optreden wegens de grotere stralen der ionen. Zo is La(OH)3 nog zuiver basisch en zelfs van Th(OH)4 kan dit worden gezegd. Anderzijds is reeds Be(OH)2 amphoteer en is B(OH)3 zuur. De amphotere hydroxyden liggen dus langs een diagonaal door het periodieke systeem.
PROF. DR J. A. A. KETELAAR.