(ammonia liquida), ook wel „vliegende geest”, heet de oplossing van ammoniakgas in water, hoewel er in het spraakgebruik niet altijd een scherp onderscheid tussen beide wordt gemaakt. De oplossing reageert alkalisch, doordat het basische base) NH3 een proton van het water heeft opgenomen tot een ammonium-ion NH4 waarbij OH -ionen in overmaat resteren.
In de oudere voorstellingswijze zou ammonia NH4OH bevatten, dat slechts ten dele als relatief zwakke base zou zijn gedissocieerd in NH4+ en OH-. Er zijn evenwel geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van ongedissocieerde moleculen NH4OH. Gegeven de analogie tussen het ammonium-ion en het rubidium-ion is ook niet te verwachten, dat NH4OH zwak gesplitst zou zijn. De relatief geringe basiciteit van ammonia is veeleer toe te schrijven aan het feit, dat het grootste deel van de opgeloste ammoniak nog als moleculen NH3 aanwezig is.Het gehalte kan worden bepaald door titratie maatanalyse), of het kan worden afgeleid uit het soortelijk gewicht. De 10 pct-oplossing volgens de Ned. Pharmacopée heeft een s.g. van 0,960. Sterke oplossingen (fortior) van s.g. 0,910 bevatten 25pct NH3, alles bij 15 gr. C. Bij kamertemperatuur lost er tot 638 1 gas op in 1 1 water.
De oplossing vindt toepassing als toevoeging bij het wassen, in het bijzonder van wollen goed en uitwendig, bij de beet van insecten. Inhaleren van de damp geeft verlichting na het inademen van chloor- of broomdamp; ook bij flauwvallen en bewusteloosheid kan even ruiken aan een fles met ammonia resultaat geven, voortzetting kan echter gevaarlijk zijn.
De ammonia, tegenwoordig uit gedistilleerd water en vloeibare ammoniak bereid, verpakt men in mandflessen, stalen vaten of vertind stalen tanks. Men kan ook ammonia bereiden uit ammoniumsulfaat en kalk in een kolommenapparaat, in 1882 door Feldmann ontworpen. Ook de onzuivere ammoniakoplossingen, welke men als bijproduct in de gasfabriek wint, worden in dergelijke kolommenapparaten op ammonia en ook op ammoniumsulfaat verwerkt. Dit kolommenapparaat heeft twee torens van ongelijke hoogte. Uit de hoge toren ontwijkt van boven ammoniak met een beetje stoom. Ook laat men bovenin de ammonia, die moet worden gereinigd, toelopen. Deze loopt over schotels naar beneden in tegenstroom met de ammoniakdampen en de stoom. Onder in deze toren vindt men de oplossing, waarin kalkmelk wordt gepompt. Stoom blaast men in de oplossing voor het roeren en voor het verwijderen van de ammoniak. Deze oplossing loopt in de tweede, lage toren, waarin, beneden, ook stoom wordt geblazen. De oplossing loopt dus naar beneden met stoom in tegenstroom, waardoor beneden van ammoniak bevrijde oplossing aankomt en door een overloop uit het apparaat wordt verwijderd. De ammoniak, met een weinig stoom uit de hoge toren, kan men condenseren en met gedistilleerd water verdunnen tot de gewenste concentratie voor de handel.
PROF. DR J. A. A. KETELAAR.