Frans schrijver (Laval 8 Sept. 1873 - Parijs 1 Nov. 1907), was een typische figuur uit de Parijse bohème, die ondanks degelijke opvoeding, scherp verstand en onbetwistbaar origineel talent in de grootste ellende is ten onder gegaan aan drankzucht en gebrek aan discipline. Hij kende een kortstondige roem, toen zijn wreedsatirieke klucht Ubu-Roi, een caricaturale verwerking van herinneringen aan een van zijn leraren, door Lugné-Poe werd opgevoerd in diens Théâtre de l’œuvre ( 1 o Dec. 1896).
Zijn overige werk kreeg buiten de anarchistische kringen rondom La Revue blanche weinig bekendheid. Toch gaf zijn roman Messaline blijk van historisch inzicht.Bibl. : Ubu-Roi (Paris, 1896, met eigen tek. v. d. schr. ; herdr. 1922; Nederl. vert, van F. Chasalle, C. J. Kelk en E. Vergé, Amsterdam 1922); Œuvres complètes (Monte Carlo - Lausanne 1948).
Lit.: Ch. Chassé, Sous le Masque d’A. J. Les sources d’Ubu Roi (Paris 1921); Dans les coulisses de la gloire. D’Ubu-Roi au Douanier Rousseau (Paris 1947). G.
Apollinaire, Contemporains pittoresques (nouv. éd., Paris 1929); F. Lot, A. J. (Paris 1934); Rachilde, A. J. ou le Surmâle des lettres (Paris 1938) ; P. Chauveau, A. J. ou la Naissance. La Vie et la Mort du Père Ubu (Paris 1932).