(Tabulae Alphonsime) zijn sterrenkundige tafels, die koning Alfonsus X van Castilië („de geleerde”; 1221—1284) op grond van waarnemingen, die van 1260 tot 1266 door Jehuda ben Mose en Isaac ibn Sid waren gedaan, had laten berekenen. Als epocha (uitgangspunt van de tijdsbepaling) dient de middag van 1 Jan. 1252 (het jaar van de troonsbestijging van den koning).
Zij moesten de oudere z.g. Toledaanse tafels van al-Zarqâli (in de 12de eeuw in Europa verspreid in de Latijnse vertaling van Gherardo da Cremona) vervangen; in hun oorspronkelijke vorm zijn ze niet bewaard gebleven. Onder dezelfde naam zijn te Parijs tussen 1300 en 1322 door Jean de Lignières en Johann Dank nieuwe tafels berekend, die gekenmerkt zijn door een ver doorgevoerde toepassing van de sexagésimale indeling. Deze nieuwe Alfonsijnse tafels waren in handschrift wijd verspreid; van 1483 tot 1649 zijn ze tienmaal in druk verschenen. Er werden echter reeds in de 14de eeuw ernstige bezwaren tegen ingebracht en in de 15de eeuw behoorde hun verbetering reeds tot de dringende problemen van de astronomie.