ontstaan uit Vau de Vire, (liederen uit de vallei van Vire-Calvados waren lang beroemd) de naam door Basselin aan zijn vrolijke liederen gegeven, bij Boileau nog in gebruik in de zin van satirisch gedicht, is sedert het begin van de 18de eeuw de naam van een soort toneelspel met gezang en begeleiding van orkest, dat die naam ontleende aan de lichte liedjes, die daarin voorkwamen en oorspronkelijk door het publiek werden meegezongen. De vaudeville komt hierin overeen met het eigenlijke zangspel, dat beide, in tegenstelling tot de operette, gewoonlijk liederen bevatten, op bekende of gemakkelijke zangwijzen gesteld en toepasselijk op de gang van het stuk; maar zij wijkt ook weder van het zangspel af, doordien dit laatste veelal sentimenteel, de vaudeville daarentegen kluchtig, geestig of sarcastisch is.
Na Labiche is de eigenlijke vaudeville in de tweede helft der 19de eeuw verdwenen. Thans noemt men nog aldus ieder luchtig blijspelletje met eenvoudige intrige.Als dichters van dit genre zijn bekend geworden Vadé, Sedaine, Favart, enz., als componisten Grétry, Philidor, Monsigny enz. De bekendste verzameling is La Clef du Caveau (1807).