(Théodore Victor), graaf, Frans militair en politicus (Parijs 18 Oct. 1760 - 18 Mrt 1829). Met zijn broers Théodore ^1756-1854) en Charles Malo François (1757-1832) streed hij mee in de Amerikaanse Vrijheidsoorlog.
Evenals de laatste werd hij in 1789 tot lid van de Nationale Vergadering gekozen. Charles emigreerde echter reeds in October, doch Alexandre bleef deel uitmaken van de uiterste linkerzijde, waarvan hij met Barnave en Duport het leidend „driemanschap” vormde. Bekend is zijn rede van 28 Febr. 1791 in de Jacobijnenclub tegen Mirabeau, die een persoonlijk vijand van hem was. Na ’s konings vlucht naar Varennes (z Franse Revolutie) scheidden Lameth en zijn politieke vrienden zich van de Jacobijnen af, zochten toenadering tot het hof en vormden de politieke club der Feuillants. Van 17911792 was de tweede broer, Théodore, lid van de Législative. In de oorlog tegen Oostenrijk en Pruisen diende Alexandre onder Luckner en Lafayette, en week met de laatste in Aug. 1792 uit naar de Oostenrijkse Nederlanden.Onder Napoleon was hij prefect in verscheiden departementen en werd in 1810 baron. In de Restauratie-tijd was hij kamerlid en behoorde hij tot de liberale oppositie. Hij schreef Histoire de l’Assemblée Constituante (2 dln, 1828-1829).