Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Al-HAKIM BI-AMRALLAH

betekenis & definitie

eigenlijk Aboe Ali Mansoer, een der Fatimiedenkaliefen van Egypte (3 augustus 985 - verdwenen 23 februari 1021), zoon van kalief al-Aziz en een Christenvrouw. Hij regeerde van 996-1021.

Zijn regering is gekenmerkt door daden van willekeur en tyrannie, die de bedoeling hadden de Sjiitisch-esoterische leringen, waartoe de Fatimiedenheersers zich bekenden, zo consequent mogelijk door te voeren. Gedurende een tijd van zijn regering hadden vooral Christenen en Joden van zijn gestrengheid te lijden. In de latere jaren van zijn leven stemde hij er in toe, zich als een godheid te laten vereren door fanatieke Sjiieten. Hij kwam hierdoor in conflict met de bevolking en is ten slotte in 1021 op geheimzinnige wijze verdwenen. Een van zijn aanhangers, Darazï, had de vlucht moeten nemen naar de Libanon, waar hij de secte der Droezen* stichtte, die thans nog aan al-Hâkim’s goddelijkheid geloven.

< >