of Maple-hout is afkomstig van verschillende soorten van het geslacht Acer (z esdoorn, fam. Sapindaceae of Esdoornachtigen) o.a.
A. campestre L. en negundo L. (beide afkomstig uit de V.S. van Noord-Amerika), A. platanoïdes L. en pseudoplatanus L. (beide in Europa thuishorend) en A. saccharinum L. en saccharum Marsh, beide weer Noord-Amerikaanse soorten, waarvan de laatste tevens de „maple-sugar” of ahorn-suiker levert. Het hout is gekarakteriseerd door betrekkelijk weinig houtvaten, die deels alleenstaand, deels in groepjes van 2-5 in radiale rijen voorkomen; mergstralen 2-8 cellen breed en 50-meer cellen hoog; veel houtvezels en weinig houtparenchym naast de houtvaten. De jaarringen zijn smal, maar treden duidelijk op de voorgrond. Het hout is tamelijk zwaar, hard en dicht, laat zich goed politoeren, is moeilijk splijtbaar, maar toch zeer geschikt voor schrijnwerkers- en meubelhout; men gebruikt het vaak voor imitatie van ebbenhout. Zeer gewild zijn die houtsoorten, waarin door knopvorming aan de hoofdstam de zgn. „birdseyes” of „vogelogen” optreden; vooral de echte suikerahorn levert vaak zulk hout. Het s.g. bedraagt luchtdroog 0,56-0,81.